In 2011 was Akureyri het meest noordelijke punt van onze route geweest. Op onze eerste dagtrip van 2013 overstegen we dit punt al een klein stukje, maar vanaf vandaag gingen we verder en keerden niet meer op onze stappen terug. Vanuit Reykjalhið reden we langs de zuidelijke oever van het Myvatn of Muggenmeer terug naar IJslands tweede grootste stad en gingen daarna via een bezoek aan de turfhuisjes van Glaumbaer verder richting het schiereiland Vatsnes. Eindbestemming van de dag was Ósar, een goeie 280km verderop en vooral populair voor zijn immer nieuwsgierige zeehondenkolonie aan de overkant van de rivier.
Rond het middaguur drong het tot ons door dat het zondag was en dat we door de superdag gisteren helemaal vergeten waren om mondvoorraad voor de middaglunch in te slaan. Gelukkig biedt een N1-benzinestation in dat geval steeds een fast food noodoplossing. We pauzeerden in Sauðarkrokur en troostten onszelf na een burger met frieten met een ijsje - we zijn tenslotte toch in IJSland? IJsjes zijn in IJsland bovendien net iets anders dan bij ons: om te beginnen is het steeds soft ice. Het gedraaide hoorntje wordt vervolgens ondersteboven in de warme chocolade gedopt, die door het contact met het koude ijs onmiddellijk stolt. Heel belangrijk hierbij is het ijsje diep genoeg in de saus te duwen, zodat de chocolade mooi tegen het hoorntje plakt. Onze brave jobstudent deed zijn best, maar faalde helaas...Resultaat: een onderaan 'niet-gesloten' uitlopend ijsje en vier druppende, smossende, prutsende, plakkende Belgen op het trottoir van de zaak.
We vervolgden de kustlijn via de Vatnsnesvegur (Vatnsnesweg). Sven, Catharina en Annie gingen onderweg even wandelen langs de kliffen en rond een uur of zes bereikten we hobbelend over de gravel ons doel. Na het avondeten stond een obligate groet aan de zeehonden op het programma, maar echt dichtbij wouden de fotogenieke curieuze losbollen toch niet komen. In onze dromen die erop volgden, deden ze de wildste dingen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten