donderdag 20 juni 2013

IJSLAND 2013 - dag 2: een zonnige zomerdag in het noorden

We zijn de nacht goed doorgekomen in ons 4-persoonskamertje in de jeugdherberg van Akureyri. We werden moeizaam wakker achter de gesloten gordijnen, maar daarachter deed de zon haar best om ons toch tot leven te wekken. Sven deed de rolgordijnen naar boven en keek tegen een helblauwe wolkenloze lucht aan. Annie en Lies waren direct enthousiast en veerden rechtop, maar Catharina bleef achter haar blinddoek en met de oordoppen in lustig verder slapen. Na een tijdje veerde ze toch rechtop en dacht ze een gat in de dag te hebben geslapen, terwijl wij zogezegd geduldig zaten te wachten tot ze zou wakker worden. Alsof wij de goedheid zouden hebben om zolang te wachten.

Sven ging gauw op zoek naar broodjes en ingrediënten voor een copieus ontbijt en vond die gelukkig niet ver van de jeugdherberg. Vers gebakken brood, lekkere koffiekoeken en fruitsap werden naar de keuken van de jeugdherberg meegebracht en niet veel later konden we ons tegoed doen aan allerlei lekkers.

Nadat we onze chaos in de kamer hadden geordend en alles mooi in de auto hebben geladen konden we eindelijk vertrekken. We waren nog niet volledig op weg of maakten reeds rechtsomkeer naar het centrum van Akureyri, omdat Catharina zich gelukkig op tijd herinnerde dat zij nog een kaart voor haar fototoestel nodig had. Van het een kwam het ander en voor we het wisten werden ook reeds andere winkels aangedaan. Enfin, om een lang verhaal kort te maken, na goed een klein uurtje reden we weer het centrum van Akureyri uit in de richting van het noorden.

We keken uit over de Eyjafjord en de tegenover liggende nog steeds overvloedig besneeuwde bergtoppen, die schril afstaken tegen de felblauwe hemel en het diepblauwe water. We stopten eerst in Dalvík, een klein havenstadje op de westelijke oever van de Eyjafjord, waar we een wandeling maakten door de haven. Hier vertrekt de boot naar Grimsey, een eilandje dat op ongeveer 40 kilometer vóór het IJslandse ‘vasteland’ pal op de poolcirkel ligt. Hoewel de zee heel kalm leek en er waarschijnlijk geen gevaar was om zeeziek te worden kozen we er toch voor om veilig aan wal te blijven.



Onze reis werd verder vervolgd in de richting van Olafsfjordur. We kwamen steeds dichter bij de open zee en het omringende landschap werd alsmaar imposanter. Voordat we een tunnel indoken besloten we halt te houden en te picknicken op een prachtig gelegen halteplaats, met zicht op de Noordelijke IJszee. Als je heel goed keek kon je zelfs het eilandje Grimsey zien liggen, ruim drie uur varen vanaf de kust. De picknicktafel en de kampeerzeteltjes werden uit de dakkoffer gehaald en we genoten ten volle van de zon , het uitzicht en het lekkere eten.
Nadat we onze inwendige mens hadden versterkt ruimden we op en reden eerst door een 3 kilometer lange tunnel naar Olafsfjordur, een ingeslapen havenstadje dat we links lieten liggen. In plaats daarvan reden we verder naar Siglufjordur, een vissersplaats die vroeger vooral belangrijk was voor de haringvisserij in IJsland. Vroeger was deze plaats enkel te bereiken via een moeilijk toegankelijke bergpas, maar sinds 2010 verbinden twee tunnels van telkens bijna 5 kilometer lang het door hoge bergen ingesloten havenstadje van nauwelijks enkele honderden inwoners met het achterland.

In Siglufjordur bezochten we het befaamde haringmuseum, dat gehuisvest is in prachtig gerestaureerde industriële pakhuizen uit de gloriedagen van de haringvisserij. Je kon er in een mooi opgezette tentoonstelling het harde leven van de haringvissers voor de geest halen. Helaas, de haring trok weg uit de IJslandse wateren en de haringvisserij ging teloor. Vandaag is Siglufjordur niet meer dan een klein havenstadje in het noorden van IJsland en probeert te leven van wat toerisme en kleinschalige visserij.

In de vooravond trokken we terug in de richting van Akureyri en reden we verder naar het 100 kilometer oostelijker gelegen Myvatnmeer. Rond 19 uur kwamen we aan in Reykjahlid, de hoofdplaats van de regio, maar eigenlijk niet meer dan een samenraapsel van een hotel, een restaurant, een supermarkt annex benzinestation en wat samengetroepte huizen.
Na het avondeten maakten we in de omgeving nog een kleine avondwandeling in Dimmuborgir, een gebied met prachtig gevormde lavaformaties, maar we gingen dan snel naar ons hotel toe om onder de lakens te kruipen.

Morgen zullen wij immers vanaf Myvatn een georganiseerde tocht met een superjeep naar de Askjakrater in het binnenland maken. Om 7.20 uur worden we reeds opgehaald door Saemi, een doorgewinterde IJslander die onze gids en chauffeur zal zijn. Lies zal jullie hierover morgen uitgebreid verslag doen.
                  

  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten