Er zijn boeken vol geschreven over de geschiedenis, de architectuur, de offers en rituelen en de tempelreliëfs van Chichen Itzá, dat kan je allemaal opzoeken. Documentaires, websites, plannen, foto's,... whatever. Maar weet je ook hoe Chichen Itzá 's nachts klinkt? Wel, je wil het niet weten want we hebben geen oog dicht gedaan! Dot-matrixkevers en slijpschijfvogels of waren het brulkikkers en trompetgekkos...we weten het niet. Zeker is wel dat ze mekaar van bij valavond tot het ochtendgloren vrolijk afwisselden. Aangezien er geen glas in de kamerramen zat (enkel een muggengaasje) sliepen we min of meer midden in het bos. Al moeten we er meteen bijvertellen dat het hart van de jungle deze week eigenlijk stiller was!
Dat onze Gabriel een vroege vogel was, hadden we al ondekt. Hij had er altijd stiekem zijn lol in als wij maar om 9u30 of 10u afspraken. Maar voor Chichen Itzá volgden we gedwee een waren al om 6u op, want hij had ons verteld dat de gemiddelde toeristenbus tussen 10 en 11u op de site arriveert. We stonden dan ook als allereerste auto aan de nog gesloten toegangspoort van de zona arqueologica. Met een plaatselijke gids onder de arm, wandelden we in alle rust en kalmte langs de imposante architectuur. We zagen ondertussen de souvenirventers aankomen die hun stalletje opstelden tegen de toestroom van de massa.
Het balspelveld of 'juego de pelota' van Chichen Itzá is het grootste van Mexico. In tegenstelling tot de velden die we al zagen, waren de muren hier loodrecht. Voor het eerst stonden de spelregels op de muur gegraveerd, waardoor we leerden dat hier 2 teams van elk 7 spelers de bal door de ring hoog aan de muur moesten proberen krijgen zonder die met de handen aan te raken. Na afloop werd vermoedelijk één van de captains geofferd (welke god zou immers tevreden zijn met een loser of doorsneespeler...?!)...winnende of verliezende team was afhankelijk van de situatie.
Het uitzicht van de stad werd echter gedomineerd door wat de Spanjaarden de naam 'el castillo' gaven, de 30m hoge tempeltoren gewijd aan Kukulcán (de gevederde slang die elders in Mexico Quetzalcoatl wordt genoemd). Een akoestisch en architectonisch hoogstandje zorgt ervoor dat de roep van de quetzal weerklinkt wanneer je beneden aan de trap in de handen klapt. De piramide is eigenlijk een kalender met 4 keer 91 treden (364) en het topvlak waarop de tempel staat, samen dus goed voor 365. De 18 terrassen verwijzen naar de 18 maanden van het Mayajaar.
Aan de overkant van centrale plein staat de aan de regengod Chac gewijde Tempel van de Krijgers, die met een chacmool of offerblok wordt bekroond. Het gebouw lijkt geïntegreerd in de L-vormige Tempel van de Duizend Zuilen. Nu moeder Annie wel weer zin had in klauteren, was het hier helaas verboden. Chacmool en de jaguartroon konden dus enkel op foto worden bewonderd... Alle gebouwen zijn met touwen afgespannen (sommige nog maar 2 jaar!) dankzij domme toeristen die ze per sé moesten bekladderen. Door de omvang van de monumenten is Chichen Itzá indrukwekkend, maar het mist absoluut de charme van Palenque en de junglesites. Toen we 3 uur later effectief de busladingen dagjestoeristen de site zagen binnenvloeien, was het helemaal tijd om te vluchten.
Tijdens de 2 uur durende rit naar Mérida begonnen gemengde gevoelens op te spelen... Toen Gabriel ook nog eens een in te vullen evaluatieformulier doorgaf, drong het helemaal door dat het afscheid van onze favoriete Tzotzilindiaan nabij kwam. Hijzelf vatte - na ons te hebben gedropt - meteen de terugreis naar San Cristóbal de las Casas aan, een 11 uur durende rit die hij liefst zo snel mogelijk wou afleggen als hij zijn familie 2 dagen wou zien. Zondag wachtten immers al nieuwe 'clientes' die hij van Palenque naar Bonampak zou moeten brengen. In de chaos van de stadsdrukte kon de auto niet lang blijven staan, waardoor het allemaal nogal snel moest gaan en voor we goed en wel beseften, stonden we terug alleen.
Adios amigo, muchas gracias por todo y mucha suerte...
Las belgas
Het uitzicht van de stad werd echter gedomineerd door wat de Spanjaarden de naam 'el castillo' gaven, de 30m hoge tempeltoren gewijd aan Kukulcán (de gevederde slang die elders in Mexico Quetzalcoatl wordt genoemd). Een akoestisch en architectonisch hoogstandje zorgt ervoor dat de roep van de quetzal weerklinkt wanneer je beneden aan de trap in de handen klapt. De piramide is eigenlijk een kalender met 4 keer 91 treden (364) en het topvlak waarop de tempel staat, samen dus goed voor 365. De 18 terrassen verwijzen naar de 18 maanden van het Mayajaar.
Aan de overkant van centrale plein staat de aan de regengod Chac gewijde Tempel van de Krijgers, die met een chacmool of offerblok wordt bekroond. Het gebouw lijkt geïntegreerd in de L-vormige Tempel van de Duizend Zuilen. Nu moeder Annie wel weer zin had in klauteren, was het hier helaas verboden. Chacmool en de jaguartroon konden dus enkel op foto worden bewonderd... Alle gebouwen zijn met touwen afgespannen (sommige nog maar 2 jaar!) dankzij domme toeristen die ze per sé moesten bekladderen. Door de omvang van de monumenten is Chichen Itzá indrukwekkend, maar het mist absoluut de charme van Palenque en de junglesites. Toen we 3 uur later effectief de busladingen dagjestoeristen de site zagen binnenvloeien, was het helemaal tijd om te vluchten.
Las belgas
Evernote helpt u om alles te onthouden en moeiteloos te organiseren. Download Evernote. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten