vrijdag 27 juni 2014

Última parte

Zoals de gemiddelde Mexicaan die uit Mérida weg wil, namen we de ADO-intercitybus naar Valladolid. 2,5 uur later vormde het koloniale provinciestadje een ware verademing. Mooi hotelletje in het centrum, lekker gegeten en dan naar de toeristische dienst om onze laatste excursie van dit avontuur te gaan regelen: een bezoek aan de archeologische site van Ek Balam en het natuurgebied van Ría Lagartos. We vonden een geschikte aanbieder en werden 's anderendaags om 8u30 opgehaald.



We hadden de Yucatec-Maya site van Ek Balam opnieuw zo goed als voor ons alleen. Zo hebben we het graag. De ommuurde stad moet van 400 BC tot 1540 bewoond geweest zijn. Het fascineert vooral vanwege het enorme paleis (185m lang en 32m hoog) met prachtig gestuct reliëf en door de rust temidden van het lage woud. In wat lijkt op een opengesperde jaguarmuil op het voorlaatste niveau van de acropolis werd pas recent het graf met offergaven van de vermoedelijke stichter ontdekt. 75km verder ligt het Parque Nacional de Ría Lagartos aan de noordkust van het schiereiland van Yucatán. Het beslaat een oppervlakte van meer dan 60.000ha en is een mangroveparadijs voor watervogels als witte pelikanen, de beroemde Caraïbische roze flamingo's, zeearenden, aalscholvers, enz. We gingen tot diep in de 'biosfera' bootje varen. Eens terug in Valladolid,  bezochten we nog een kleinschalige tequila distilleerderij en een Maya chocoladehuis (niet vergeten vrienden, van hier komt het bruine goddelijke goed eigenlijk!).



Op onze allerlaatste volledige dag voorspelt de veel te zwoele luchtdruk niet veel goeds. Er hangt onweer in de lucht, alleen valt het er niet uit. We zweten meer dan ooit tevoren en ook de locals lopen schijnbaar te puffen. Snotvallingen en hoestbuien steken de kop op. Zou de gevederde slang om offers vragen...? Gepakt en gezakt wachten we in de lobby op de taxi die ons naar Cancun moet brengen. Wanneer een gewone gele auto voor ons opdoemt, vloeken en zuchten we, maar er blijkt niets anders te regelen. Drie valiezen, handbagages, een rolstoel, drie personen en een chauffeur die noch het eindhotel noch de weg er naartoe blijkt te kennen, beginnen dan maar puffend opeengepakt aan een drie uur durende rit door het laatste stukje 'echte Mexico,' topes inbegrepen.

In het Comfort Inn hotel in Cancun worden we abrupt mijlen ver uit Mexico gecatapulteerd... Het is niets meer dan een westerse doorgangssluis van en naar de luchthaven en sfeer en gezelligheid zijn ver te zoeken. In het hotelrestaurant blaast de airco noordpoolwinden en op de menukaart staan enkel hamburgers en slechte spaghetti. Een margarita is niet meer te krijgen. We zijn alle drie in shock. Zelfs het dessert blijkt niet te vreten. Nu ook de vermoeidheid toeslaat en de microben ons niet meer sparen, is het tijd om naar huis te gaan... Soms zou een mens zichzelf willen kunnen teleporteren. Het enige dat ons nu nog scheidt, is een slechte nacht,  een luchthavenshuttle en 11 uren vliegen.

Adios México lindo, hasta luego...?
Albine, Annie & Lies
Evernote helpt u om alles te onthouden en moeiteloos te organiseren. Download Evernote.

dinsdag 24 juni 2014

Septima parte

We waren onze Gabriel nog niet goed en wel kwijt, als de miserie al begon... Het hotel waar we gedropt waren, bleek geen grote kamers op het gelijkvloers te hebben en van de piepkleine tweepersoonskamers was de deur van de badkamer zelfs niet breed genoeg om met een rolstoel door te geraken. Daar stonden we dan met onze reservatie, met pak en zak...en zonder chauffeur! De hotelmanager keek beteuterd, maar begripvol toe en was bereid de annulatiekosten te laten vallen. Ze zocht actief mee naar een ander 'toegankelijk' hotel, betaalde zelfs onze taxi en wij verhuisden (ondertussen ook nog steeds zonder lunch)...van de regen in den drop. In onze nieuwe lobby waren ze de vloer aan het uitdrillen, in de muren aan het slijpen, tegelijk het plafond aan het bezetten en het steengruis bij mekaar aan het vegen. Zucht... Samen slapen zat er voor het eerst op deze reis helemaal niet meer in en de toegankelijke kamer had een opstapje naar de gang.

Na de frustratie van ons te hebben afgespoeld, hadden we gelukkig een afspraak met Ilse en José Luis! De avond werd dan ook gevuld met het uitwisselen van belevenissen van de voorbije twee weken, lekker eten en muziek. Elke donderdag wordt in het Parque Santa Lucia de 'serenata yucateca' opgevoerd en dat wouden we wel eens gaan bekijken. Toen de klankman veel te laat aankwam, een verteller de tijd ondertussen moest vol lullen en het publiek begon af te druipen, zijn ook wij gevlucht naar beter! José Luis had een paar blokken verder immers vrienden-muzikanten zitten waarmee hij vroeger nog had samen gespeeld...


Mérida wordt in de lectuur het Mexicaanse Parijs genoemd... let wel, in de vorige eeuw. Nu valt vooral de vergane glorie op: de grote villa's in Franse stijl op de Paseo Montejo wachten verloederd op een (wellicht Amerikaanse) rijke opkoper die ze nieuw leven kan inblazen. In de eenrichtingsstraten heerst meestal chaos en op straat wordt je als 'extranjero' in het stadscentrum overdonderd door verkopers. Helaas voor hen is hun koopwaar niet zo mooi als die in Chiapas, dus we bleven pertinent weigeren en zochten onze souvenirs liever zelf. De kathedraal van Mérida is sober en niet zo bijzonder, het Casa Montejo (dat aan de familie van de stadsstichters toebehoorde) deed denken aan een doorsnee bemeubeld kasteel van de rijke aristocratie zoals we het bij ons in Europa kennen. In het Palacio de Gobierno gingen we niet alleen naar de schilderijen van Pacheco kijken die de geschiedenis van Yucatán weergeven, maar regelden in de toeristische dienst meteen ook een excursie naar de archeologische sites van Uxmal en Kabah. Het Museo de Antropología e Historia bleek gesloten voor renovatie en zo belandden we onverwacht in het gloednieuwe Mundo Maya zo'n 10km buiten het historisch centrum. Pas een jaar open, een zeer mooie up-to-date opstelling en een knap verhaal dat begint bij de Mayas vandaag en gradueel in de tijd teruggaat . Dit moet in de toekomst een verplichte stop worden als je het ons vraagt. Qua architectuur waren ze hier wellicht jaloers op het Vogelneststadion in Peking...


Op zondag heerst in de stad wel een gezellige drukte. Op het centrale plein is er een markt en vóór het Palacio Municipal wordt een 'boda mestiza' gehouden, een in scène gezet huwelijksfeest met dansen en een banda die er op los schettert. Maar Mérida is sowieso op haar best 's avonds: de temperaturen dalen tot een aangename waarde, veel straten worden afgesloten voor verkeer, overal klinkt muziek en iedereen komt buiten om te eten en te drinken. Toch vonden we 3,5 dagen meer dan voldoende en verlangden we alweer naar de rust van de geschiedenis. En toegegeven...stiekem misten we ook Gabriel die ons overal dropte waar we maar wouden. Nu zijn we op publiek transport en excursies aangewezen om te ontsnappen. 

Op maandagmorgen werden we dan ook om 9 uur opgehaald door een minibusje en reden onder leiding van gids Hugo samen met twee Nieuw-Zeelanders, een Noord-Mexicaanse en vier Amerikanen naar Uxmal. Totaal niet zo commercieel als Chichen Itzá en Tulum, geen venters tussen de gebouwen en amper volk...een ware verademing! De 'piramide van de tovenaar' gaf meteen een andere indruk door haar afwijkende vormgeving. Het zijn in feite 5 tempels boven een. Het balspelveld was eerder een kleintje, maar wat vooral indrukwekkend was, was het zogeheten klooster. De vier gebouwen die volgens de cardinale punten georiënteerd staan, zijn met prachtig versierde friezen gedecoreerd en refereren samen naar de boven- en onderwereld en de kalender. Moeder Annie bekeek de site weer vanuit de hoogte en bezocht ook nog het paleis van gouverneur op het plateau vóór de grote piramide.


De legende wil dat Kabah de geboorteplaats was van de dwerg-tovenaar die Uxmal haar faam gaf en de steden waren via een sacbe of mayaweg van 20km met elkaar verbonden. Parallel met die oude weg, legde de Mexicaanse regering een weg aan die de site rats in twee deelde en dus om zeep hielp. Slechts het kleinste deel wordt nu gerestaureerd, terwijl het overgrote deel aan de overkant van de baan verder ligt te verkommeren. De stijl van de gebouwen geldt als het prototype van de Puuc-stijl of Meso-Amerikaanse barok.

Na de lunch keerden we naar de stad terug en vanaf morgen vatten we de terugweg aan.

Hasta luego,
De Chac-aanbidders
Evernote helpt u om alles te onthouden en moeiteloos te organiseren. Download Evernote.

zondag 22 juni 2014

Sexta parte

Er zijn boeken vol geschreven over de geschiedenis, de architectuur, de offers en rituelen en de tempelreliëfs van Chichen Itzá, dat kan je allemaal opzoeken. Documentaires, websites, plannen, foto's,... whatever. Maar weet je ook hoe Chichen Itzá 's nachts klinkt? Wel, je wil het niet weten want we hebben geen oog dicht gedaan! Dot-matrixkevers en slijpschijfvogels of waren het brulkikkers en trompetgekkos...we weten het niet. Zeker is wel dat ze mekaar van bij valavond tot het ochtendgloren vrolijk afwisselden. Aangezien er geen glas in de kamerramen zat (enkel een muggengaasje) sliepen we min of meer midden in het bos. Al moeten we er meteen bijvertellen dat het hart van de jungle deze week eigenlijk stiller was!

Dat onze Gabriel een vroege vogel was, hadden we al ondekt. Hij had er altijd stiekem zijn lol in als wij maar om 9u30 of 10u afspraken. Maar voor Chichen Itzá volgden we gedwee een waren al om 6u op, want hij had ons verteld dat de gemiddelde toeristenbus tussen 10 en 11u op de site arriveert. We stonden dan ook als allereerste auto aan de nog gesloten toegangspoort van de zona arqueologica. Met een plaatselijke gids onder de arm, wandelden we in alle rust en kalmte langs de imposante architectuur. We zagen ondertussen de souvenirventers aankomen die hun stalletje opstelden tegen de toestroom van de massa.

Het balspelveld of 'juego de pelota' van Chichen Itzá is het grootste van Mexico. In tegenstelling tot de velden die we al zagen, waren de muren hier loodrecht.  Voor het eerst stonden de spelregels op de muur gegraveerd,  waardoor we leerden dat hier 2 teams van elk 7 spelers de bal door de ring hoog aan de muur moesten proberen krijgen zonder die met de handen aan te raken. Na afloop werd vermoedelijk één van de captains geofferd (welke god zou immers tevreden zijn met een loser of doorsneespeler...?!)...winnende of verliezende team was afhankelijk van de situatie.


Het uitzicht van de stad werd echter gedomineerd door wat de Spanjaarden de naam 'el castillo' gaven, de 30m hoge tempeltoren gewijd aan Kukulcán (de gevederde slang die elders in Mexico Quetzalcoatl wordt genoemd). Een akoestisch en architectonisch hoogstandje zorgt ervoor dat de roep van de quetzal weerklinkt wanneer je beneden aan de trap in de handen klapt. De piramide is eigenlijk een kalender met 4 keer 91 treden (364) en het topvlak waarop de tempel staat, samen dus goed voor 365. De 18 terrassen verwijzen naar de 18 maanden van het Mayajaar.


Aan de overkant van centrale plein staat de aan de regengod Chac gewijde Tempel van de Krijgers, die met een chacmool of offerblok wordt bekroond. Het gebouw lijkt geïntegreerd in de L-vormige Tempel van de Duizend Zuilen. Nu moeder Annie wel weer zin had in klauteren, was het hier helaas verboden. Chacmool en de jaguartroon konden dus enkel op foto worden bewonderd... Alle gebouwen zijn met touwen afgespannen (sommige nog maar 2 jaar!) dankzij domme toeristen die ze per sé moesten bekladderen. Door de omvang van de monumenten is Chichen Itzá indrukwekkend, maar het mist absoluut de charme van Palenque en de junglesites. Toen we 3 uur later effectief de busladingen dagjestoeristen de site zagen binnenvloeien, was het helemaal tijd om te vluchten.

Tijdens de 2 uur durende rit naar Mérida begonnen gemengde gevoelens op te spelen... Toen Gabriel ook nog eens een in te vullen evaluatieformulier doorgaf, drong het helemaal door dat het  afscheid van onze favoriete Tzotzilindiaan nabij kwam. Hijzelf vatte - na ons te hebben gedropt - meteen de terugreis naar San Cristóbal de las Casas aan, een 11 uur durende rit die hij liefst zo snel mogelijk wou afleggen als hij zijn familie 2 dagen wou zien. Zondag wachtten immers al nieuwe 'clientes' die hij van Palenque naar Bonampak zou moeten brengen. In de chaos van de stadsdrukte kon de auto niet lang blijven staan, waardoor het allemaal nogal snel moest gaan en voor we goed en wel beseften, stonden we terug alleen.

Adios amigo, muchas gracias por todo y mucha suerte...
Las belgas
Evernote helpt u om alles te onthouden en moeiteloos te organiseren. Download Evernote.

donderdag 19 juni 2014

Quinta parte

Reizen is rijden. Dat zal de gemiddelde globetrotter beamen. Of het nu per bus, trein, auto of in ons geval met onze Ford Transit 'camioneta' is: we moesten van Xpujil naar Tulum, van de jungle naar de zee. In het zuiden zijn de banen echter breed en recht, dus grotere afstanden zijn haalbaarder. Chauffeurs worden in Mexico de hele weg lang door secce zwart-wit borden geïndoctrineerd dat ze geen vuil mogen buitengooien (no tirar basura), de snelheidslimiet moeten respecteren (respete la velocidad), de verkeersborden niet mogen mishandelen (no maltrate los señales), voorzichtig moeten rijden als ze hun familie nog willen terugzien (manaje con precaucion su familia le espera) en bovendien ook nog moeten luisteren naar al die borden (obedezca los señales)! Vooral dat laatste is grappig, waarom zetten ze ze anders....maar misschien is het wel effectiever dan bij ons...

We reden echter niet zonder halt te houden op de archeologische site van Kohunlich. Een enorme site die niet zo fantastisch bewaard is, maar vooral omwille van één ding interessant is: de Piramide de los Máscarones, getooid met 5 manshoge gestucte menselijke maskers. Ze stellen de zonnegod voor en symboliseren de goddelijke afstamming van de heersers. Een paar uur later stopten we hongergedwongen in Felipe Carillo Puerto om te lunchen. In de buurt van de markt kwamen we in het 'echte' Mexico terecht. Aangezien het zondag was, bleek te hele stad op straat te lopen om te gaan eten. Ook wij waagden ons in een typisch etablissement (enkele rode plastieken coca-colastoeltjes, plastieken tafeltjes en een plafondventilator die het plaastje eerder leek te verwarmen dan af te koelen) quesadillas eten. Daarna reden we in één ruk tot in Tulum.

Na een welverdiende margarita, wandelen Albine & Annie op het witte zandstrand in de branding van de turkooisblauwe Caraïbische zee. Jack Sparrow hebben ze niet gezien. Lies offerde zich ondertussen op om de vierde margarita op te drinken op het terras. Zwemmen zat er met de metershoge golven niet in. Tulum-stad was een hypertoeristisch - vooral op de Amerikanen ingesteld gehucht. In de oude stad troont het Castillo op de klippen boven de zee uit. Het is één van de kleinere antieke steden, maar we één van de mooiere qua ligging. De ommuurde stad was een belangrijk religieus centrum en vooral een belangrijke handelsplaats. Nu is ze het domein van talloze, vrolijk poserende iguana's. De sfeer van de desolate sites die we eerder bezochten is hier echter ver te zoeken... Met een verse kokosnoot sloten we ons bezoek af en na 2 nachten verlieten we ook Tulum zelf.



Een goed uur buiten Tulum trokken we naar de site van Cobá. Op zich ook minder impressionant, maar we lieten ons met een triciclo op het terrein rondrijden en dat was dan wel weer leuk natuurlijk. De grootste piramide bleek 43m hoog te zijn, maar moeder Annie paste voor de beklimming. Eten en slapen deden we die dag in Valladolid, een stad die volgens onze Gabriel niet meer is dan een halte op weg naar Chichen Itza.

Op naar Chichen dan maar?
Adíos!

Las chicas

Evernote helpt u om alles te onthouden en moeiteloos te organiseren. Download Evernote.

dinsdag 17 juni 2014

Cuarta parte

Early rising en bananenontbijt in de auto. We waren nog geen half uur aan het rijden toen het landschap opnieuw veranderde en het regenwoud deze keer voor weide- en moerasland werd geruild. We waren Chiapas uit en reden een kort stukje door de staat Tabasco, jaja, die van het sausje...hier werd het geboren. Het duurde echter niet lang voor we opnieuw van deelstaat wisselden (Campeche) en in één ruk via een zo goed als kaarsrechte baan tot in Escarcega doorreden. Koffie, fruitsap en een toilet drongen zich op. De reden voor ons doortsjokken, was echter de moeite waard: we wouden voldoende tijd ter beschikking hebben voor de archeologische site van Calakmul, gelegen in een nationaal park van niet minder dan 728.460ha waar de jaguar 's nachts nog vrij ronddwaalt.

We hadden tot nu toe nog geen kennis gemaakt met de Mexicaanse maffia. Het vrouwmens aan de toegang van het nationaal park moet er echter zeker deel van hebben uitgemaakt. Met grittende blik verkondigde ze vrolijk dat onze Gabriel het park niet mocht binnenrijden. Er bleek plots een vergunning nodig te zijn - later bleek enkel voor ons type van auto - waarvan noch chauffeur noch enige vorm van reisgids ooit hadden gehoord. Voor een veel te hoog bedrag bleken we met een andere auto wel door te mogen. We discussieerden over de afzetterij, maar moesten het onderspit delven als we de site toch wouden bezoeken... Er stonden nog twee gestrande schapen langs de weg en samen gaven we dan maar toe om met de collectivo te gaan en de kostprijs te delen. In pure rodeo-stijl slingerden we vervolgens 60km de jungle binnen. Met een lege maag ongeveer achter de oren geplakt en drie betaalposten later, arriveerden we dan toch (ondertussen zonder Gabriel) aan het tempelcomplex van Calakmul.


We werden meteen overdonderd door de rust en desolaatheid van deze door de Unesco erkende, afgelegen site. We voelden ons plots ontdekkingsreizigers, die de immense, deels door jungle overwoekerde piramides voor het eerst aanschouwden.... Ritselende bladeren, vogels in alle toonaarden en drie Belgen, een Eucuadoriaanse, een Fransman en ontzettend veel mieren... Toen we dachten een jaguar te horen, bleken het de brulapen in de bomen te zijn, die we blijkbaar stoorden in hun middagdutje. Twee uren lang bewonderden we de paleizen, tempeltorens en stèles. Deze plek is een echte aanrader en na een al even avontuurlijke rit terug, stonden we opnieuw bij onze vertrouwde auto en rustige driver. Het kreng zat langs de kant van de weg nog steeds te gritten. We gaven onze lotgenoten nog een lift en stevenden na het inchecken in onze ecovillage meteen af op het restaurant. We mogen dan wel apen zijn, een dag op enkel een paar bananen en water vraagt toch om meer...

We hadden de smaak van ontoeristische sites ondertussen te pakken en voegden 's anderendaags nog twee unieke Mayaplekken aan ons lijstje toe. Ze behoorden tot wat het Rio Bec-gebied wordt genoemd. De bouwstijl wordt gekenmerkt door minder verfijnde torens van grote steenblokken zonder kamers in plaats van elegante piramides, maar zijn daarom niet minder interssant. Integendeel! In Chicanná viel vooral de toegangspoort in de vorm van een jaguarmuil op en Becán was ooit de hoofdstad van het gebied. We waren met ons vieren zo goed als alleen op de sites en moeder Annie kon klauteren naar hartelust.


Half opgegeten door de muggen, besloten we in de namiddag een beetje rust in ons programma in te bouwen en namen een duik in het zwembad of schreven kaartjes op het terras. Gekko-concert tijdens het avondeten waren we ondertussen gewoon... de tarantula op het terras voor de deur bij terugkomst iets minder....! Leve de jungle!

Hasta luego!
De mayamadammen
Evernote helpt u om alles te onthouden en moeiteloos te organiseren. Download Evernote.