Vandaag
was er één jarig van ons gezelschap. Jawel, ondergetekende mocht op deze 26-ste
september 45 kaarsjes uitblazen. Tijdens het ontbijt werd ik op gepaste wijze
verrast door de rest van de bende. Het weer deed ook een duit in het zakje en
vormde buiten een prachtige regenboog in de fjord van Grundarfjördur.
Na
het feestelijk ontbijt laadden we onze twee bolides en trokken in de richting
van Borgarnes, de stad die de poort vormde naar het schiereiland van
Snaefellsnes. Onderweg stopten we bij de basaltmuur van Gerduberg, een
indrukwekkende hoge muur van basaltzuilen, die wel honderden meters in het
landschap doorliepen. Vorig jaar hielden we op deze plaats nog een gezapige
picknick in volle zon, maar nu was het te nat en te winderig om hier lang te
blijven.
We
reden verder terug naar Borgarnes, waar we rond de middag aankwamen. De honger
begon alweer te knagen en we hielden halt in het restaurant van ‘The Settlement
Centre’, een permanente tentoonstelling over de kolonisatie van IJsland, dat
onderdag vindt in een prachtig gerestaureerd voormalig pakhuis.
Na
middag trokken we de vallei van Reykholt in, waar de rivier de Hvitá stroomt.
Oplettende lezers zullen opmerken dat we al eens aan de rand van de Hvitá hebben
gestaan toen we de Gulfoss, één van de mooiste watervallen in IJsland, hebben
bezocht, maar dit is een andere rivier. Blijkbaar hadden de IJslanders niet veel
inspiratie bij het benamen van hun rivieren. Ook bij plaatsnamen zien we hier
dikwijls dezelfde namen verschijnen.
In
en aan de rivier liggen twee prachtige watervallen, die met hun gletsjerblauw
water een prachtig contrast vormen met de herfstige kleurenpracht, die hier in
het binnenland stilaan de overhand krijgt. Het gaat enerzijds om de Hraunfossar,
eigenlijk een reeks kleinere watervallen, die vanonder de lavalagen van het
lavaveld Hallmundarhraun de Hvitá instromen. Anderzijds wurmt de rivier zich
door een nauwe doorgang in de rotslagen en vormt daar de Barnafoss (vrij
vertaald ‘kinderwaterval’. Aan deze waterval is een legende verbonden. Er is
immers boven de waterval een natuurlijke stenen brug, die werd gebruikt door de
mensen uit de omgeving toen ze naar de kerk gingen. De legende wil dat er op een
bepaald moment twee kinderen van de brug zijn afgevallen en verdronken. De
moeder zou daarop uit wraak de brug hebben vernietigd. Niettemin is er nog
steeds een natuurlijke overspanning aanwezig.
Het
begon weer wat te regenen en we keerden terug in de richting van Borgarnes,
evenwel niet zonder te stoppen op de plek waar vorig jaar onze skibox roemloos
aan zijn einde kwam (zie verslagen van vorig jaar op deze blogspot). Na een
ingetogen moment trokken we verder en hielden halt in Reykholt, waar we opnieuw
de kerk van Snorri Sturluson, IJslandse bekendste sagaschrijver, bezochten.
Vorig jaar namen we hier nog een compilatie op van bekende liedjes met Lies en
Annie aan het orgel en de befaamde Catharina als operazangeres. Nu hadden we een
nieuwe bezetting, met Jacqueline en Lies aan het orgel en Jan als bariton die
een Gentse schlager ten gehore bracht. Nieuwsgierig is naar het resultaat
van deze opname?
Nadat
we uitgezongen waren reden we recht naar Reykjavík, via de 6 kilometer lange
tunnel onder de Hvalfjordur (de Walvisbaai). We betrokken twee studio’s pal in
het centrum van deze noordelijkste hoofdstad ter wereld, aan de –o ironie-
Skolastraeti, de Schoolstraat. Ons moderne optrekje met badkamer in keienbed en
–muren is slechts twee stappen verwijderd van de Laugavegur, de belangrijkste
winkelstraat van Reykjavík. Dat belooft morgen een dure dag te worden voor de
shoppers onder ons gezelschap.
We
sloten uiteindelijk de dag feestelijk af met een rijkelijk visbuffet en kropen
moe maar voldaan in ons bed.
Slaapwel en tot morgen
Lies, Annie, Jacqueline, Jan en verslaggever Sven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten