Een grijs wolkendek verwelkomde ons vanmorgen maar er
viel tenminste al geen regen uit, wat al veel was in deze tijden van overwegend
slecht weer. Het ontbijt was naar goede gewoonte zeer uitgebreid en
traditioneel werden de foto’s van de vorige dag aan de ontbijttafel
geprojecteerd. Nadat we de verslagen van de vorige dagen aan het internet
hadden toevertrouwd maakten we ons gereed om voor de eerste keer naar
Reykjavik, de hoofdstad van dit mooie land te gaan.
Een autorit van ongeveer drie kwartiertjes later kwamen
we toe in de grootste stad van IJsland, die 200.000 inwoners telt (oftewel twee
derden van de IJslandse bevolking). Het is ook de meest noordelijke hoofdstad
van de wereld en één van de groenste steden.
Onze eigenste stad Gent is met zijn 245.000 inwoners een stuk groter, maar qua
uitgestrektheid zal Reykjavík wel een grotere oppervlakte hebben.
We reden eerst langsheen de Saebraut of de
‘zeeboulevard’ naar het stadscentrum. Onderweg stopten we bij het stilaan voor
Reykjavík symbolisch geworden ‘Solfar, ode aan de zon’ onder de vorm van een
gestileerd vikingschip in inox dat over de baai van Reykjavík uitkijkt, ogenschijnlijk
klaar om het ruime sop te kiezen. Het kunstwerk is perfect te beklauteren en de
stoutmoedigste (= ondergetekende) onder ons gezelschap deed dat dan ook, wat
natuurlijk weer een hele reeks beeldmateriaal opleverde.
Na het geklauter gingen we verder naar het centrum,
waar we ons IJslands vehikel parkeerden en te voet naar het Althingi (het
IJslandse parlement) en Radhús Reykjavíkurborg (het stadhuis van Reykjavík)
gingen. We brachten een bezoek aan het modern ogende stadhuis en trokken dan
verder via het Tjörninmeer. Ondertussen hadden de sombere wolken plaatsgemaakt
voor een vriendelijk zonnetje en het werd zowaar warm voor de maatstaven van
een IJslandse nazomer of vroege herfst.
We begonnen honger te krijgen van onze wandeltocht door
de binnenstad en we trokken een boekenwinkel annex koffie- en snack-bar binnen
waar we eerst onze magen vulden met een kleinigheid en dan natuurlijk een
uurtje in de bookshop rondhingen.
In de namiddag bezochten we het Nationaal Museum van
IJsland dat de geschiedenis van IJsland en de IJslanders belicht van de eerste
bewoning vanaf de 9-de eeuw tot op vandaag. Het waren twee heel interessante
uren die we daar doorbrachten in een heel mooi en modern opgezette permanente
tentoonstelling. Echt een aanrader voor wie in Reykjavík een museum wil
bezoeken.
In de vooravond brachten we dan nog een blitzbezoek aan
de omgeving van de Halgrímskirkja, de kerk in de vorm van een raket, waarvan de
vormen refereren naar de veelvuldig voorkomende basaltzuilen in het IJslandse
landschap. Een regenbui joeg ons de auto in en we besloten om terug te rijden
naar onze thuisbasis Hveragerdi, waar het alweer volop regende. In de
tegenrichting zag je druk verkeer richting hoofdstad, ongetwijfeld inwoners van
Reykjavík die na een weekend op hun buitenverblijf in de buurt van Thingvellir
terug naar hun stad trokken om morgen weer een nieuwe werkweek te beginnen.
Wijzelf besloten
door te rijden naar het 12 kilometer verderop gelegen Selfoss, waar we gingen
eten bij een IJslandse Thai (of Thaise IJslander, blijkbaar is de lijn niet zo
duidelijk meer te trekken) waar we menu C en D naar binnen werkten. Allemaal
heel lekker trouwens, maar natuurlijk wel heel on-IJslands.
Het was ondertussen weer aardedonker toen we terug naar
Hveragerdi reden. We kropen er vandaag extra vroeg in omdat morgen een lange
tocht naar het schiereiland Snaefelsness op het programma staat. Daarover vertellen
wel jullie morgen meer.
Ondertussen slapen we weer heel wat af en we wensen
jullie ook hetzelfde.
Groetjes van Lies, Annie, Jacqueline, Jan en
verslaggever Sven.
Al genoten van jullie aangename verslagen. Hier is het weer regenachtig en koud.Voor Jacqueline, Jan, Sven, Annie en Lies nog veel bewondering en verwondering als jullie kijken naar dat prachtige "IJsland" en als jullie rondspetteren in de warmwaterbronnen.Dag Vikingen!
BeantwoordenVerwijderenKus van Veerle D S