zaterdag 29 september 2012

IJSLAND 2012 - dag 8: Comparatieve studie in downtown Reykjavik

Toen de Vikingvrouwen vorig jaar op de eerste dagen van hun reis solo door de hoofdstad zwierven, maakten Antwerpenaars hen wijs dat er buiten Reykjavik nog amper behoorlijke winkels voorhanden waren. Als er iets moest gekocht worden, moest het dan gebeuren. De gevolgen waren navenant toen Sven de dames na drie dagen vervoegde. Dit jaar beloofden we mekaar plechtig het niet al te bont te maken. En ja, we slaagden daar eigenlijk wel in.

Meme en grootva waren moe, om niet te zeggen pompaf van de voorbije dagen en besloten forfait te geven. Ook Sven, mama Annie en ikzelf luierden 's morgens wat rond in ons hip appartement pal in het centrum, maar besloten rond het middaguur toch de straten in te trekken. Een opsomming van wat volgde zou ons veel te ver leiden, maar samenvattend kunnen we stellen dat Viking Sveinson zich nu echt wel tot IJslander begint te bekeren en als eerste met een gloednieuw inheems kledingstuk buitenkwam. Een groentje dan nog wel, om assorti te zijn met zijn vehikel!

 

Aan vis, schaal- en schelpdieren geen gebrek in een land met zoveel zee, dus werd ons soepje van 's middags 's avonds ruimschoots gecompenseerd. We gingen lekker en stijlvol tafelen in Restaurant Humarhusid en genoten onder onze knalrode lakens nog na van het smakenpallet.

Bless!
Annie, Sven, Jacqueline, Jan en verslaggever Lies


IJSLAND 2012 - dag 7: Snorri opnieuw uitgedaagd

Vandaag was er één jarig van ons gezelschap. Jawel, ondergetekende mocht op deze 26-ste september 45 kaarsjes uitblazen. Tijdens het ontbijt werd ik op gepaste wijze verrast door de rest van de bende. Het weer deed ook een duit in het zakje en vormde buiten een prachtige regenboog in de fjord van Grundarfjördur.


Na het feestelijk ontbijt laadden we onze twee bolides en trokken in de richting van Borgarnes, de stad die de poort vormde naar het schiereiland van Snaefellsnes. Onderweg stopten we bij de basaltmuur van Gerduberg, een indrukwekkende hoge muur van basaltzuilen, die wel honderden meters in het landschap doorliepen. Vorig jaar hielden we op deze plaats nog een gezapige picknick in volle zon, maar nu was het te nat en te winderig om hier lang te blijven.

We reden verder terug naar Borgarnes, waar we rond de middag aankwamen. De honger begon alweer te knagen en we hielden halt in het restaurant van ‘The Settlement Centre’, een permanente tentoonstelling over de kolonisatie van IJsland, dat onderdag vindt in een prachtig gerestaureerd voormalig pakhuis.

Na middag trokken we de vallei van Reykholt in, waar de rivier de Hvitá stroomt. Oplettende lezers zullen opmerken dat we al eens aan de rand van de Hvitá hebben gestaan toen we de Gulfoss, één van de mooiste watervallen in IJsland, hebben bezocht, maar dit is een andere rivier. Blijkbaar hadden de IJslanders niet veel inspiratie bij het benamen van hun rivieren. Ook bij plaatsnamen zien we hier dikwijls dezelfde namen verschijnen.

In en aan de rivier liggen twee prachtige watervallen, die met hun gletsjerblauw water een prachtig contrast vormen met de herfstige kleurenpracht, die hier in het binnenland stilaan de overhand krijgt. Het gaat enerzijds om de Hraunfossar, eigenlijk een reeks kleinere watervallen, die vanonder de lavalagen van het lavaveld Hallmundarhraun de Hvitá instromen. Anderzijds wurmt de rivier zich door een nauwe doorgang in de rotslagen en vormt daar de Barnafoss (vrij vertaald ‘kinderwaterval’. Aan deze waterval is een legende verbonden. Er is immers boven de waterval een natuurlijke stenen brug, die werd gebruikt door de mensen uit de omgeving toen ze naar de kerk gingen. De legende wil dat er op een bepaald moment twee kinderen van de brug zijn afgevallen en verdronken. De moeder zou daarop uit wraak de brug hebben vernietigd. Niettemin is er nog steeds een natuurlijke overspanning aanwezig.

Het begon weer wat te regenen en we keerden terug in de richting van Borgarnes, evenwel niet zonder te stoppen op de plek waar vorig jaar onze skibox roemloos aan zijn einde kwam (zie verslagen van vorig jaar op deze blogspot). Na een ingetogen moment trokken we verder en hielden halt in Reykholt, waar we opnieuw de kerk van Snorri Sturluson, IJslandse bekendste sagaschrijver, bezochten. Vorig jaar namen we hier nog een compilatie op van bekende liedjes met Lies en Annie aan het orgel en de befaamde Catharina als operazangeres. Nu hadden we een nieuwe bezetting, met Jacqueline en Lies aan het orgel en Jan als bariton die een Gentse schlager ten gehore bracht. Nieuwsgierig is naar het resultaat van deze opname?
 
 

Nadat we uitgezongen waren reden we recht naar Reykjavík, via de 6 kilometer lange tunnel onder de Hvalfjordur (de Walvisbaai). We betrokken twee studio’s pal in het centrum van deze noordelijkste hoofdstad ter wereld, aan de –o ironie- Skolastraeti, de Schoolstraat. Ons moderne optrekje met badkamer in keienbed en –muren is slechts twee stappen verwijderd van de Laugavegur, de belangrijkste winkelstraat van Reykjavík. Dat belooft morgen een dure dag te worden voor de shoppers onder ons gezelschap.

We sloten uiteindelijk de dag feestelijk af met een rijkelijk visbuffet en kropen moe maar voldaan in ons bed.

Slaapwel en tot morgen
Lies, Annie, Jacqueline, Jan en verslaggever Sven

vrijdag 28 september 2012

IJSLAND 2012 - dag 6: Op reis naar het middelpunt van de aarde

Vandaag planden we een rondrit op het schiereiland Snaefellsnes, centraal gelegen in het westen van IJsland tussen het zuidelijker gelegen schiereiland Reykjanes en de noordelijker gelegen Westfjorden, respectievelijk gescheiden door de Faxaflóibaai en de Breidafjördúrbaai.

We sliepen vandaag wat langer en het ontbijt werd gezapig genomen zodat we pas rond 11 uur in de bolide van Annie onze rit naar het westen begonnen. Bij het opstaan hadden wat veelbelovende blauwe gaten in de grijze lucht ons een mooie dag beloofd, maar blijkbaar waren ze hierboven van dat goede voornemen afgestapt en hielden ze het maar weer bij een egaal grijze lucht waaruit gelukkig geen regen viel.

Nadat we de vissershaven Ólafsvik waren gepasseerd kwamen we in de omgeving van de 1.446 meter hoge Snaefell, die op het uiteinde van het schiereiland ligt en eigenlijk een slapende vulkaan is die bedekt is met een ijskap (de Snaefellsjökull). Slapend is hij sinds het jaar 1219, wanneer de voorlopig laatste uitbarsting plaatsvond. Niettemin verschool hij zich momenteel in laaghangende wolken, waardoor we enkel maar een glimp van zijn machtige, mooi groen-, geel- en grijsgekleurde flanken opvingen.

In Hellissandur was er een visserijmuseum, maar zoals zovele musea op het platteland was alles gesloten sinds eind augustus. Niettemin konden we buiten rondlopen tussen de met gras begroeide vissershuisjes. We reden verder onder de radiozendmast door, met zijn 412 meter hoogte een van de hoogste constructies in West-Europa, en brachten vervolgens een bezoek aan het strand van Skardsvik, waar ooit een vikinggraf werd blootgelegd.

Hierna rondden we het uiteinde van Snaefellsnes en doorheen de lavavelden kwamen uit aan de zuidkant van de vulkaanberg. We hadden een mooi uitzicht op de grillige basaltkliffen van Arnarstapi, waar de zon probeerde door de wolken te breken. We profiteerden van de situatie om onze picknick bestaande uit ‘pechen-met tonijn’ (jaja, bij het lezen van deze passage zullen enkelen het water in de mond krijgen) op te eten. Het weer begon zowaar mee te werken en de zon kwam af en toe tevoorschijn, maar globaal genomen was het toch een beetje te koud om lang stil te zitten.

Enkele kilometers verder passeerden we dan toch een klein kaffíhús dat zijn deuren open had en we verwarmden ons aan de lekkere koffie en thee die de vriendelijke uitbaatster ons serveerde. Het etablissement was eigenlijk een klein curiosum, waar je tegelijkertijd iets kon drinken, boeken lezen, truien en andere gebreide artikelen kon kopen.

Madame verzamelde ook alles wat met Jules Verne te maken had: zijn boeken in ale mogelijke talen, verfilmde titels op dvd en nog van dat alles. Het zit immers zo: velen zullen zich misschien ongetwijfeld zijn boek ‘Reis naar het middelpunt van de aarde’ herinneren. Daarin bestudeert de Duitse professor Lidenbrock een oude IJslandse runentekst waaruit blijkt dat het mogelijk is om via de krater van de Snaefell naar het middelpunt van de aarde te geraken. Hij daalt met zijn gevolg af in de krater en komt in een wondere wereld terecht van prehistorische dieren, planten en een heuse binnenzee. Uiteindelijk worden zij terug naar de oppervlakte uitgespuwd via de Stromboli, in Italië dus. Wij deden de uitbaatster de Nederlandse titel ‘Reis naar het middelpunt van de aarde’ aan de hand.



Ondertussen was het weer opengetrokken en vervolgden we onze terugweg naar Grundarfjördur. De Snaefell was vanachter de wolken tevoorschijn gekomen en vertoonde zich nu in volle glorie met zijn spierwitte ijskap en zijn twee hoorntjes op de top, twee rotsmassieven die de rand van de ondergesneeuwde krater markeren.

Om 16 uur waren we terug in onze uitvalsbasis, waar we nog snel even in de haven rondliepen en in het voorbijgaan plunderden we nog een winkel met wollen truien. Nadien gingen we in het 40 kilometer verder gelegen havenstadje Stykkishólmur de befaamde mosselen met frieten gaan eten, die dit jaar wat kleiner waren uitgevallen. Niettemin hebben ze ons erg gesmaakt en voldaan reden we in het pikdonker terug naar Grundarfjördur, waar we onder zeil gingen.

Tot morgen
Lies, Annie, Jacqueline, Jan en verslaggever Sven

woensdag 26 september 2012

IJSLAND 2012 - dag 5: Breuklijnen en herfstkleuren

Na drie nachten in Hveragerdi, aten we voor de laatste keer van de op geothermische stoom gebakken roggekoek bij het ontbijt in Guesthouse Frost og Funi. In de hotpot zijn we dit jaar (deels door de ochtendlijke regenbuien) helaas niet geraakt.

Vandaag stond de verplaatsing naar het verre westen op het programma. Op naar het schiereiland Snaefellsnes, terug naar de zee in Grundarfjördur! Maar niet zonder halt te houden bij de derde highlight van de IJslandse Golden Circle: het Nationaal Park van Thingvellir.

Wie goed is in geschiedenis, weet dat in 930 hier het allereerste parlement van Europa (de Althing) werd opgericht en dit terwijl het Europese vasteland nog in volle feodaliteit zat. Het bleef tot 1262 fungeren als wetgevende autoriteit en zelfs tot de 18de eeuw als hof van justitie. Dat er van de immense rotswand ook een waterval naar beneden komt, maakte het voor de middeleeuwers zowaar nog interessanter: als je geluk had, mocht je na het uitspreken van je vonnis over de koord het water proberen oversteken. Lukte dit, dan werd de straf kwijtgescholden; lukte dit niet... tja, dan werd je tenminste niet onthoofd of verbrand!

Geologisch gezien is de breuk tussen de Noord-Amerikaanse en de Euraziatische continentale platen nergens anders zo visueel als hier en de plek had daardoor uiteraard ook een enorme aantrekkingskracht op de Oude Vikingen. Dat de contintentale drift voortdurend op gang is, was zelfs voor ons duidelijk, toen bleek dat een stukje van het wandelpad dat we vorig jaar nog gebruikten nu was ingestuikt! Of er nog activiteit met grotere impact komt, is niet zo zeer de vraag; het is vooral WANNEER die zal komen. Millimeter per millimeter drijven de platen ondertussen uit mekaar en groeit de oppervlakte van IJsland verder aan.

Na een snelle tomatensoephap, zetten we koers naar een stukje binnenland! 'Malbik endar' zegt het bordje al snel, asfalt gedaan, en het landschap dat dat zich vanaf dan voor onze ogen ontplooide, is eigenlijk nog moeilijk in wooredn te vatten. De IJslandse herfst heeft dezelfde kleuren als bij ons, maar dan zonder bomen met vallende blaadjes. Grijsgroen mos, donkergroene, roestbruine, rode, oranje en okergele bodembedekkers en de zwarte woeste lavaformaties en bergen... het zijn prachtige schilderijtjes die achter elke bocht veranderen. Zo'n 60km lang reden we op gravel door enorm wijdse dalen, geflankeerd door al dan niet licht besneeuwde schildvulkanen en ander gebergte. Leve de bruine banen op de kaart! De tocht gaf een mooi beeld van het 'echte IJsland', zoals ik er ooit nog meer van hoop te zien!
 
 

Via een korte tussenstop in Borgarnes ging het daarna terug op asfalt in rechte lijn richting het appartement in Grundarfjördur, waar we rond 19u aankwamen. Het beste visrestaurant bleek zich in Hotel Framnes te bevinden, op een boogscheut van ons verblijf en dagelijks geopend behalve op maandag... Gelukkig kende Trotter een ander adresje: Kaffi 59. Als goede Belgen kozen we collectief voor frietkot met frieten (op de kaart verkeerdelijk als 'fried cod' gespeld)! We raden het iedereen aan. Voldaan doken we daarna onder het donsdeken.

Groeten van Annie, Sven, Jacqueline, Jan en verslaggever

maandag 24 september 2012

IJSLAND 2012 - dag 4: Op naar de hoofdstad


Een grijs wolkendek verwelkomde ons vanmorgen maar er viel tenminste al geen regen uit, wat al veel was in deze tijden van overwegend slecht weer. Het ontbijt was naar goede gewoonte zeer uitgebreid en traditioneel werden de foto’s van de vorige dag aan de ontbijttafel geprojecteerd. Nadat we de verslagen van de vorige dagen aan het internet hadden toevertrouwd maakten we ons gereed om voor de eerste keer naar Reykjavik, de hoofdstad van dit mooie land te gaan.

Een autorit van ongeveer drie kwartiertjes later kwamen we toe in de grootste stad van IJsland, die 200.000 inwoners telt (oftewel twee derden van de IJslandse bevolking). Het is ook de meest noordelijke hoofdstad van de wereld en één van de  groenste steden. Onze eigenste stad Gent is met zijn 245.000 inwoners een stuk groter, maar qua uitgestrektheid zal Reykjavík wel een grotere oppervlakte hebben.

We reden eerst langsheen de Saebraut of de ‘zeeboulevard’ naar het stadscentrum. Onderweg stopten we bij het stilaan voor Reykjavík symbolisch geworden ‘Solfar, ode aan de zon’ onder de vorm van een gestileerd vikingschip in inox dat over de baai van Reykjavík uitkijkt, ogenschijnlijk klaar om het ruime sop te kiezen. Het kunstwerk is perfect te beklauteren en de stoutmoedigste (= ondergetekende) onder ons gezelschap deed dat dan ook, wat natuurlijk weer een hele reeks beeldmateriaal opleverde.


 
Na het geklauter gingen we verder naar het centrum, waar we ons IJslands vehikel parkeerden en te voet naar het Althingi (het IJslandse parlement) en Radhús Reykjavíkurborg (het stadhuis van Reykjavík) gingen. We brachten een bezoek aan het modern ogende stadhuis en trokken dan verder via het Tjörninmeer. Ondertussen hadden de sombere wolken plaatsgemaakt voor een vriendelijk zonnetje en het werd zowaar warm voor de maatstaven van een IJslandse nazomer of vroege herfst.

We begonnen honger te krijgen van onze wandeltocht door de binnenstad en we trokken een boekenwinkel annex koffie- en snack-bar binnen waar we eerst onze magen vulden met een kleinigheid en dan natuurlijk een uurtje in de bookshop rondhingen.

In de namiddag bezochten we het Nationaal Museum van IJsland dat de geschiedenis van IJsland en de IJslanders belicht van de eerste bewoning vanaf de 9-de eeuw tot op vandaag. Het waren twee heel interessante uren die we daar doorbrachten in een heel mooi en modern opgezette permanente tentoonstelling. Echt een aanrader voor wie in Reykjavík een museum wil bezoeken.

In de vooravond brachten we dan nog een blitzbezoek aan de omgeving van de Halgrímskirkja, de kerk in de vorm van een raket, waarvan de vormen refereren naar de veelvuldig voorkomende basaltzuilen in het IJslandse landschap. Een regenbui joeg ons de auto in en we besloten om terug te rijden naar onze thuisbasis Hveragerdi, waar het alweer volop regende. In de tegenrichting zag je druk verkeer richting hoofdstad, ongetwijfeld inwoners van Reykjavík die na een weekend op hun buitenverblijf in de buurt van Thingvellir terug naar hun stad trokken om morgen weer een nieuwe werkweek te beginnen.
Wijzelf  besloten door te rijden naar het 12 kilometer verderop gelegen Selfoss, waar we gingen eten bij een IJslandse Thai (of Thaise IJslander, blijkbaar is de lijn niet zo duidelijk meer te trekken) waar we menu C en D naar binnen werkten. Allemaal heel lekker trouwens, maar natuurlijk wel heel on-IJslands.

Het was ondertussen weer aardedonker toen we terug naar Hveragerdi reden. We kropen er vandaag extra vroeg in omdat morgen een lange tocht naar het schiereiland Snaefelsness op het programma staat. Daarover vertellen wel jullie morgen meer.

Ondertussen slapen we weer heel wat af en we wensen jullie ook hetzelfde.
Groetjes van Lies, Annie, Jacqueline, Jan en verslaggever Sven.     

zondag 23 september 2012

IJSLAND 2012 - dag 3: Geisers en watervallen


Wie dacht dat Sven vannacht geslapen had, heeft het mis: een hele nacht aanbad hij de weergoden...maar Sven en goden...het ochtendgloren leek al even grijs, winderig en regenachtig als de dag ervoor. Een uitgebreid ontbijt  met het nodige opzoekingswerk op de weersites deed ons twijfelen wat het programma vandaag precies ging brengen, maar we beslisten het toch richting Geysir en Gulfoss te wagen.

Het was al ruim rond het middaguur als we met z'n vijven in de Skoda Octavia over de 35 scheurden en hoe verder we van Hveragerdi verwijderd raakten, hoe klaarder de lucht werd. Bij aankomst in Geysir brak de zon zowaar door de wolken! Het prachtige kleurenspel van de IJslandse herfst kwam nu pas echt tot zijn recht en de grond leek heviger te roken dan het jaar ervoor. Good old Strokkur deed zijn ding en mémé schrok bij elke uitbarsting. Pogingen om regelmaat in de geisers activiteit te vinden waren hopeloos dus de camera's bleven minutenlang in aanslag voor de ultieme foto van de ongeveer vijftien meter hoge waterpluimen. We genoten allen van het spektakel. Ook Litli Geysir doet aardig zijn best om groot te worden. Ooit steelt hij nog wel de show.

Na een kleine lunch met frieten (!) stond die andere traditionele activiteit in Geysir op het programma: minstens een uur rondhangen in de shop. Truien, mutsen, stola's, sjaals en gilets werden opnieuw gekozen, gepast, gewikt, gewogen, gekeurd ... maar niet gekocht! Met twee paar kousen en één boek hadden we het er toch best bescheiden van af gebracht. Grootva gaf al na vijf minuten forfait, placeerde zich terug aan zijn tafeltje en had al genoeg koopwaar gezien voor de rest van zijn verblijf.

Op naar het tweede hoogtepunt van de dag: de gouden waterval of Gulfoss, zo'n tien kilometer van Geysir. In twee reusachtige trappen stort het water van de Hvita zich in de diepte. In de andere richting doemt de ijskap van de Langjökull op achter de velden. De zon waren we kwijt, maar het bleef droog... al is droog een relatief begrip naast een waterval. Een afdaling tot aan de rand van de voorbijrazende watermassa toont je van heel dichtbij de ware kracht van de natuur! We reden naar het bovenste uitkijkpunt voor een algemeen overzicht, maar omdat het ondertussen behoorlijk was afgekoeld en mémé en grootva beetje moe werden, was een warme chocomelk met zicht op een gletsjer een deugddoend alternatief.

Dinner met de repetitie van het koor van de kathedraal van Reykjavik op de achtergrond, sloten een mooie dag gepast af. En wat Sven betreft...die mag vannacht weer niet slapen want morgen willen we terug goed weer!
 
Groetjes van Annie, Jacqueline, Jan, Sven en Lies (verslaggever)

IJSLAND 2012 - dag 2: Als de rook naar je hoofd is gestegen

Vanmorgen werden we wakker met een pittige regen die uit een egaalgrijze lucht tegen het raam tokkelde, voortgestuwd door een strakke wind. Niet echt een weertje om je eerste dag in IJsland te beginnen. Omdat het weer niet echt uitnodigde om op te staan bleven we redelijk lang in horizontale positie liggen totdat we om 8.15 uur beseften dat we toch eindelijk tot actie moesten overgaan, weer of geen weer.
 
Na het rijkelijke ontbijt waarvoor grootvader Jan had gezorgd pakten we onze bagage samen en begonnen aan onze dagtocht over het schiereiland Reykjanes. We reden eerst de westkust in zuidelijke richting af doorheen een gordijn van regen en een strakke wind. Het was koud en mijn gedachten gingen naar wat onze aspirant-vikingen Jan en Jacqueline wel zouden denken van deze eerste excursie op IJslandse wegen. ‘Naar welk onherbergzaam land hebben die ons meegesleurd…’ zou misschien wel hun eerste bedenking zijn geweest.
 
We passeerden na een halfuurtje rijden de breuklijn van de Atlantic Ridge die op het schiereiland Reykjanes aan land komt en een scheiding vormt tussen de Noordamerikaanse en de Euraziatische continentale platen. Die breuklijn wordt gesymboliseerd door een voetgangersbrug die beide continenten in geologisch opzicht met elkaar verbindt. Deze brug overspant een kleine kloof gevuld met zwart zand maakt het allemaal nog wat aanschouwelijker en symbolischer. We stapten korte tijd uit maar na 5 minuten rondwandelen en de brug eens overgestoken te hebben waren we kleddernat.
 
We zochten terug de beschutting van de auto’s op en reden verder naar het zuidwestelijk punt van het schiereiland. Daar ligt Gunnuhver, een klein solfatarenveld. Hier komen fumarolen en kokende modderpoelen voor, omringd door zwavelafzettingen en begeleid door de zo typische misselijkmakende zwavelgeur. Een felle regenbui joeg ons terug naar de auto’s en na nog een klein halfuurtje verder gereden te hebben kwamen we via Grindavik aan in de Blue Lagoon of Bláa Lónid in het IJslands.
 
Deze lagune middenin de lavavelden is eigenlijk een kunstmatig aangelegd meer dat het restwater bevat van de verderop gelegen geothermische centrale. Dit water wordt vanuit een diepte van nagenoeg 2.000 meter opgepompt om de turbines van de centrale draaiende te houden. Hierna wordt dit water afgevoerd naar de lagune, waar het ondertussen is afgekoeld naar een comfortabele temperatuur van 38 tot 40 graden. De blauwwitte kleur van het water is afkomstig van de aanwezigheid van silica en blauwgroene algen.
 
Voordat we een plons in het deugddoende water zouden nemen, namen we een uitgebreid lunchbuffet in het restaurant van de Blue Lagoon, waar we ons tegoed deden aan verse zalm en andere lekkere zeevruchten. Ook de dessertjes mochten er zijn, maar de porties waren ons ietsje te klein, waardoor we ongegeneerd een aantal keren naar de desserttafel over en weer liepen om nog meer.
 
We hadden een prachtig uitzicht op de lichtblauwe lagune en de erboven hangende dampslierten deden grootmoeder Jacqueline mijmeren en ze bracht het bekende liedje van Boudewijn De Groot ten gehore, zij het wel in een door haar lichtelijk bewerkte versie: ‘Als de rook naar je hoofd is gestegen…’ . Wij parodieerden hier natuurlijk op verder en kwamen tot volgende strofe:
‘Als de rook naar je hoofd is gestegen…
Heb je te lang in de Blue Lagoon gelegen…
Of teveel roomdessertjes gekregen…
Maar dat laatste had je beter verzwegen…’

Om 15 uur was het dan zover: we trokken onze zwembroek en badpak aan en gingen het behaaglijk warme water in. Jan en Jacqueline verklaarden ons waarschijnlijk in het begin kierewiet om bij een temperatuur van nauwelijks 7 graden in een buitenzwembad te gaan liggen weken maar ze moesten toegeven dat het een buitengewone ervaring was. Het weer was ondertussen wat opgeklaard en een wel heel schuchter zonnetje deed haar best om door de wolken te priemen.

Het waterbestendige speelgoedcameraatje van Lies nam prachtige foto’s en er werd zelfs een filmpje opgenomen. Als afsluiter dronken we een glas (en pisten hopelijk geen plas) aan de bar van de Blue Lagoon, die ook in het water verzonken staat.
Rond 18 uur hesen wij ons met tegenzin uit het warme water en trokken in de richting van Hveragerdi, waar onze volgende slaapplaats voor de komende drie nachten lag. We passeerden Reykjavík en gingen dan over de Hellisheidi naar het oosten. Het werd pikkedonker en de regen en mist staken weer de kop op.
 
Om 19.30 uur kwamen wij toe in Hotel Frost og Funi waar we onze kamers betrokken en snel nog in het nabijgelegen Hotel Örk gingen eten, want het water had ons allemaal erg hongerig gemaakt. Daarna was ons pijp uit en gingen slapen en hoopten stiekem op beter weer.
 
Slaapwel en tot morgen
Groetjes van Lies, Annie, Jacqueline, Jan en verslaggever Sven
 

zaterdag 22 september 2012

IJSLAND 2012 - dag 1: Daar komen de Belgische vikingen!

Ik stond een twintigtal minuten te wachten in de aankomstlobby van deluchthaven en daar waren ze dan eindelijk: vikingen Lies en Annie en aspirant-vikingen Jacqueline en Jan. Na de uitgebreide verwelkoming gingen we op zoek naar een huurauto voor ons nieuwe gezelschap. Het werd een chique Skoda Octavia, die nauwelijks 11.000 kilometer op de teller had. Viking Annie oefende eerst wat rijlessen met haar nieuwe vehikel op de parking van de luchthaven en toen ze achtereenvolgens had ontdekt hoe je de lichten aanstak, de bolide achteruit kon laten rijden en dat sommige auto’s ook een handrem hebben om aan te trekken konden we na het inladen van alle bagage eindelijk op weg.

We reden naar het 15 kilometer verder gelegen Gardur op het noordwestelijke punt van het schiereiland Reykjanes, waar we onderdak hadden gereserveerd voor de eerste nacht. Mijn GPS stuurde me naar het vooraf ingestelde adres, maar uiteindelijk kwamen we uit aan de vuurtoren van het schiereiland. Omdat ik had begrepen dat ik geen kamers in de vuurtoren hadden gereserveerd moest het wel om een fout adres gaan. Geen nood, het nabijgelegen museum sloot juist de deuren en de medewerkers waren zo hulpvaardig om ons de juiste plek van ons onderkomen te wijzen. De uitbater van de guesthouse stond al klaar om ons hartelijk te ontvangen.
We kregen uiteindelijk twee splinternieuwe naast elkaar gelegen bungalows ter beschikking, compleet met ingerichte keuken en badkamer.

Na de aperitief zochten we in de omgeving van Gardur naar een geschikte plek om te eten. Door de locals werd ons gesuggereerd om te gaan eten in het nabijgelegen Sandgerdi in een vermaard vis- en kreeftenrestaurant. Toen we daar toekwamen bleek de kok evenwel ziek geworden (hopelijk niet van zijn eigen brouwsels?) en moesten we onverrichterzake uitwijken naar Keflavik, waar we nog een hotel open vonden met een van gezondheid blakende kok die in staat was om ons toch nog wat lekkers op tafel te toveren. Grootvader Jan had zelfs zodanig grote honger dat hij walvis bestelde. Gelukkig kreeg hij het hele beest niet geserveerd.
Rond 23 uur keerden we moe maar voldaan naar onze bungalows terug.

Zo, we hopen op mooi weer op de eerste dag van ons gezelschap in IJsland, maar het weerbericht laat evenwel andere dingen vermoeden. In ieder geval laten we het niet aan ons hart komen en verwachten hier een avontuurlijke 10 dagen te beleven.
In afwachting gaan wij nu naar onze knusse bedjes in onze mooi ingerichte bungalows toe en wensen wij u allemaal een zachte nacht.

Groetjes van Lies, Annie, Jacqueline, Jan en verslaggever Sven

IJSLAND 2012 - WWW: wulderwerewig!

Inderdaad, een goed jaar en twee maanden later terug op weg naar IJsland! Meer dan precies één trein van een klein uurtje en één vliegtuig voor een dikke drie uur heeft een mens daar niet voor nodig. Viking Sveinn Paparazzoson stond paraat in Keflavik International Airport, camera en glimlach in aanslag! Velkomin til Island!
























Lies, Annie, Jan & Jacqueline

dinsdag 18 september 2012

IJSLAND 2011 - dag 15/16/17: zee, zon, zee en nog meer zee


IJSLAND 2011 - dag 14: regen en mist bis

Sven zat met zijn handen in zijn haar… In zo’n triestige weersomstandigheden had hij zijn geliefd IJsland nog niet gezien…! Hoe zonnig het er op zijn vorige trip ook moet geweest, zo grijs en somber was het ook nu weer… Toch probeerden we een glimp van het noorden op te vangen.
Langs de weg van Akureyri naar Myvatn  bezochten we  de machtige Goðafoss of de waterval van de goden. In de 10de eeuw werd op het Alþing bij Þingvellir besloten om het Christendom als nationale godsdienst te aanvaarden (althans buitenshuis; binnenskamers mocht men nog de oude goden aanbidden). De bedenker van deze constructie, de wetspreker Þorgeir Þorkelsson, die op weg naar zijn huis langs de Goðafoss kwam, gooide als blijk van zijn bekering al zijn heidense afgodsbeelden in deze waterval.  Eén van de brandgeschilderde ramen in de kerk van Akureyri herinnert aan dit verhaal en hieraan dankt de waterval dus zijn naam.

Langs de kustlijn van de Noordelijke IJszee speurden we nog tevergeefs naar een glimp van puffins. We zagen echter amper het onderscheid tussen zee en mist en misten wellicht prachtig natuurschoon. Het idyllische havenstadje Husavik, onder meer beschreven als dé uitvalsbasis voor vogel- en walvisspotten, was onze laatste hoop om de populaire beesten toch nog te zien te krijgen, maar toen het ook daar juist feller begon te regenen van zodra wij de auto hadden verlaten, hielden we het voor bekeken...  Lies was overtuigd: puffins komen enkel voor in trollensprookjes,  op ongeveer elk IJslands souvenir of  verpakt in de gevogelte-afdeling van de supermarkt!
In de buurt van Ásbyrgi, helemaal aan het noordeinde van het Vatnajökull National Park, leek het heel eventjes iets minder hard te regenen! We waagden ons nog eens een korte stop. De 4 km lange kloof met steile, tot 60 meter hoge rotswanden heeft vanuit de lucht gezien de vorm van een hoef van een paard. De legende wil dat het een hoefafdruk van Sleipnir (het achtbenige paard van Odin) is.
Nog één belangrijke ‘highlight van IJsland’ onbrak op onze trip: de ruim 100m brede Dettifoss,  Europa’s  krachtigste waterval. Annie en Catharina wilden het gebulder van dichtbij horen, en begonnen aan hun afdaling naar het oorverdovend geraas van de watermassa, die zich 45m diep in de afgrond stort. Na een halfuurtje keerden zij doorweekt  terug naar de auto, maar het droog krijgen van hun kletsnatte broek bleek een hopeloze opdracht. Plots zaten de twee dames in onderbroek achteraan in de wagen... Gelukkig hadden zij een droge lange broek in reserve, en werd de tocht in het droge van de autoverwarming verder gezet. Openluchtactiviteiten zaten er die dag niet meer in en bovendien moest er nog een behoorlijke afstand worden afgelegd richting Seydisfjordur, onze slaapplaats, enige haven met internationale verbinding en eindhalte op deze net niet op de poolcirkel gelegen vulkaanbodem.

Egilsstaðir was de laatste iets of wat stad waar we onze IJslandse kronen konden opsouperen en alle souvenirtjes die we al eerder in het grootwarenhuis hadden zien liggen, maar niet gekocht hadden omdat ze in Akureyri misschien toch nog net een ruimere keuze of goedkoper aanbod zouden gehad hebben, werden nu definitief ingeladen. Voor het binnenrijden van Seydisfjordur moesten we een allerlaatste pas over en voor we de sneeuwgrens bereikten, brak de avondzon door de wolken! Het prachtige uitzicht maakte ons even zeer stil… Alsof Snorri nog iets goed te maken had…
Aan de andere zijde van de pas doemde het op het eerste zicht kleine en rustige havenstadje op. Groot was onze verbazing toen ongeveer elke parkeerplaats bezet bleek te zijn met caravans, mobile homes en andere rijwielen, de jeugdherberg tjokvol bleek te zitten en het avondmaal in één van de enkele restaurantjes niet onaardige wachttijden opleverde ! Het was alsof half IJsland hier had verzameld voor de uittocht. Seydisfjordur leeft 24u per week: op donderdagochtend komt de boot!

IJSLAND 2011 - dag 13: de hoofdstad van het noorden

Wij begonnen onze dag met een heerlijk en stevig ontbijt waar we onder meer onze Nero-wafels zelf bakten, niet om een verhaal af te sluiten, maar om ons voldaan naar IJslands tweede grootste stad te begeven:  Akureyri, gelegen aan de langste fjord van IJsland, de Eyjafjörður. Dat de stad bekend staat om zijn botanische tuin en de vele goed onderhouden particuliere tuinen met bomen, planten en bloemen, leek ons bij een temperatuur van 5°C eerder onwaarschijnlijk…

De eerste halte was de Akureyrakirkja met zijn tweelingtorens en vierkante gevel in art deco stijl. De kerk werd ontworpen door de architect die ook de Hallgrimskirkja in Reykjavik zijn unieke look gaf. De glasramen tonen  belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van IJsland, met uitzondering van het koor, dat uit de oude kathedraal van Coventry in Engeland komt. Wees gerust, we hielden ons ver van het orgel… (veiligheid boven alles…)

Als er nog shopping moest gebeuren, dan was het nu één van de allerlaatste kansen… Het deed er  dan ook goed aan om eventjes uren in een grote boekenwinkel rond te hangen, als alternatief van dagen natuur en slecht weer. De winkel omvatte een kleine cafetaria, zodat je meteen iets kon drinken terwijl je je al-dan-niet-aankopen rustig nader kon bestuderen.  Een snelle wrap hap en een blitzbezoek aan het Hof Menningarhus, alweer een hypermodern design Cultural and Conference Center (nog geen jaar open!), rondden ons bezoek aan Akureyri af.

We keerden vroegtijdig naar onze Edda terug om onze valiezen te herpakken en klaar te stomen voor de boot…

WULDERBIJNAWEREWIG...

Beste vrienden,

Jullie hebben het slot van de IJslandexpeditie 2011 nooit te lezen gekregen...jawel, de verslagen werden wel degelijk gemaakt, maar zijn nooit online geraakt... Daags voor onze volgende afreis naar het land van vuur en ijs, wil ik ze jullie niet langer onthouden!

Veel leesplezier! Viking Sven is ondertussen al weer ter plaatse. Wij vervoegen hem nu donderdag in Keflavik voor een nieuw avontuur!