Als voorbereiding op één van de hoogtepunten van de reis, loodste Sven ons naar het Fjallslon, het veel kleinere, maar prachtige ijsmeer aan de voet van de Fjallsjökull. Hier kan je veel dichter bij de gletsjertong komen dan op het beroemde Jökulsarlon. Witte ijsblokken met een zwarte toplaag (alweer dankzij de Grimsvötn) dreven statig in helblauw water. Annie, Catharina en Sven daalden af en gingen de watertemperatuur opmeten, terwijl Lies iets hogerop haar tweede varda’tje bouwde.
Tien kilometer verder gingen we voor het grote werk en verkenden het Jökulsarlon-ijsmeer per amfibieboot! Hier waren we echt onder indruk van de reusachtige drijvende ijsformaties die 1000 tot 1500 jaar oud zijn! Ze glijden langzaam vanuit het honderd meter diepe glaciale meer naar zee, waar ze een langzame ontdooiingsdood sterven op het zwarte strand. Het vormen- en kleurenspel van de ijsschotsen is bijzonder verrassend. Op één ervan zagen we plots een mediageile zeehond, die liefelijk en geduldig bleef poseren voor de bootjestoeristen in hun knaloranje zwemvest.
Martini on the rocks? Het had gekund! Er werd voor onze gidse een grote klomp ijs uit het meer opgevist. Een deel ervan werd met een pikhouweeltje in hapklare stukjes gekapt en uitgedeeld. Zo konden we proeven van ‘pure’ gletsjerijsblokjes, maar dan zonder Martini! Het grootste blok werd echter gewoon doorgegeven, zodat iedereen het zuivere gewicht van een ijsblok waarin door de druk van de gletsjer waarin hij werd gevormd niet één zuurstofbel gevangen zit, kon voelen.
Na de picknick aan de rand van het meer, gingen we de ‘stervende’ ijsblokken op het strand van dichtbij bekijken en reden daarna door naar de Hvammur in Höfn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten