zaterdag 9 juli 2011

IJSLAND 2011 - dag 12: regen en mist

Als echte, goede Belgen dachten wij dat het toch eens zou ophouden met regenen, maar niets was minder waar... Het regende zo waar nog harder dan gisteren. Wij reden het binnenland verder in.














Door de mist en regen bleek het landschap nu nog desolater, en er was geen enkel dorp meer te bespeuren in de volgende honderd kilometer. We besloten één van de hoogtepunten van de IJslandse geologie toch niet zomaar links te laten liggen. In Hverir (letterlijk: hete bronnen), aan de voet van de Namafjall,  ploeterden wij door het geothermisch gebied met geelachtige zwavelbronnen en sulfaatterrassen, kokend hete stoomputten en pruttelende grijze modderpoelen, wij waanden ons in Dantes ‘Inferno’,  en het rook ook naar de hel… De ijzige wind gierde rondom ons  en het was amper drie graden…
Ook de Krafla zes kilometer verderop konden wij amper zien en de boordcomputer waarschuwde voor gladheid op de weg... Lies gaf verstek, Annie, Catharina en Sven naar buiten om op zijn Japans een mistkiekje te nemen van de vulkaan, en al even snel de warmte van de auto op te zoeken.

We besloten meteen door te rijden naar het Edda hotel in Storutjarnir,  de volgende punten van ons programma werden geschrapt. Voor de volgende twee dagen verbleven wij in de plaatselijke school (good, old teachers en onderwijskroost), die tijdens de vakantie tot een hotel wordt omgevormd.

IJSLAND 2011 – dag 11: vermiste fjorden

Onze ontdekkingsexpeditie naar de oost fjorden kon al niet meer stuk, want als ontbijt in Berunes kregen we van Olafur en Anna vers gebakken pannenkoeken . Het haardvuur knetterde, de gitaar werd van de muur genomen, en Annie speelde de meest romantische liedjes, ondersteund door haar 2-stemmig koor. Annie, Lies en Sven trokken het kerkje binnen, waar er alweer een orgel stond… Nee, deze keer durfden zij Snorri niet meer toornen. Maar zijn invloed was nog steeds  te voelen. Een aangeslagen Catharina kwam snelwandelend melden dat zij de sleutel binnen in het chaletje had laten liggen…Voor een tweede keer probeerde zij de IJslandse kalmte op te meten. Nee, ook aan  Olafur was niets te merken. We namen afscheid van ons zeer idyllisch gelegen jeugdherberg, en reden richting Faskrudsfjordur, waar wij het museum voor Franse visserij bezochten. Daar werden we geconfronteerd met de ruige  omstandigheden, waarin meer dan vierduizend  jonge Franse, Belgische en IJslandse  vissers het leven lieten.Ondertussen was het hevig gaan regenen en misten, zodanig dat we  amper nog de andere kant van de fjord zagen... Ons oorspronkelijk plan werd afgeblazen, en wij reden de tunnel in naar het binnenland in de hoop beter weer aan te treffen. 
Vanuit Egilsstadir reden we rond het langgerekte meer Lögurinn, dat zijn eigen steeds  van vorm veranderend monster heeft. Zeg maar een IJslandse Nessi… Helaas konden wij het meer van het monster niet onderscheiden, alweer door de mist... Wel opvallend is dat langs het meer (voor het eerst in IJsland!) echte bossen liggen. Lies was niet onder  de indruk en vond het een on-IJslands Tiroler landschap.

Annie en Sven gingen de op twee na hoogste watervallen van IJsland (118m), de Hengifoss, verkennen aan de noodwestzijde van het meer. Het beste zicht kreeg je van op steil pad vol trappen, dus bleef het schrijversteam in de wagen voor het bijwerken van de verslagen.  Het bijzondere aan de Hengifoss is dat hij in een smal lint van een rood-zwartgelaagde klif naar beneden stort. Iets verder stroomafwaarts zagen zij de Litlifoss met zijn gedraaide basaltzuilen. Onderweg kwamen ze een kudde van zes wilde IJslanders tegen, regelrechte afstammelingen van het Europese oerpaard...prachtige beesten.





















Ons eindbestemming Husey ging na een tocht via een dertig kilometer lange gravelbaan niet alleen de mist in, de dag werd ook afgesloten in de kletsende regen. De al even verzopen Hollanders die in de keuken van de jeugdherberg bleken te zitten, werden op Vlaamse wijze buitengekuist, zodat  ons kookteam aan de verse zalm in witte wijnsaus met rijst kon beginnen. Hoera!